1.   Inleiding
Voor de financiële positie van de gemeente Houten is het van belang om inzicht te hebben in de risico’s die we als gemeente lopen. Het totaal van deze risico’s (mee- en tegenvallers) is de benodigde weerstandscapaciteit. Daartegenover staan middelen in de begroting waarmee deze risico’s kunnen worden opgevangen (= de beschikbare weerstandscapaciteit). De verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit bepaalt het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in een ratio. De meest optimale ratio is 1,0 (beschikbare weerstandscapaciteit = benodigde weerstandscapaciteit). In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement voor de algemene dienst heeft de raad de ondergrens voor het weerstandsvermogen vastgesteld op 1,0 (= voldoende). Er is geen bovengrens vastgesteld.

Alleen risico’s (financieel en niet-financieel) in beeld brengen is niet voldoende, dan wordt onvoldoende gestuurd op het bereiken van de geformuleerde doelstellingen. Daarom vraagt  risicomanagement een proactieve houding. Concreet betekent dit dat er beheersmaatregelen worden genomen om risico’s te beheersen en/of te beperken. In 2018 wordt als onderdeel van de verdere implementatie van risicomanagement vooral aandacht besteed aan de soft control (cultuur is belangrijker dan instrumenten). Dit wordt gedaan door periodieke gesprekken tussen directie en ‘risico-eigenaren’. Daarnaast wordt in het interne-controleplan 2017 specifiek aandacht besteed aan het onderwerp ‘frauderisico’s’.

In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op de beschikbare weerstandscapaciteit, het risicoprofiel en de ratio van het weerstandsvermogen. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten ook de geprognosticeerde balansen en enkele relevante financiële kengetallen voor de periode 2016-2021 in deze paragraaf worden opgenomen om het inzicht voor de raad in de financiële positie te vergroten.

2.   Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen en mogelijkheden om niet begrote, onverwachte kosten te dekken.

Bedragen x € 1.000

Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar

2018

Vrij deel algemene reserve

- Provinciale norm

2.472

- Boven provinciale norm

179

Stand reserve per 1 januari

2.651

Onbenutte belastingcapaciteit

1.220

Stelpost onvoorzien

61

Totaal

3.932

Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt naar verwachting op 1 januari 2018 € 2,651 miljoen. De norm die de provincie stelt aan de algemene vrije reserve bedraagt € 2,472 miljoen en is gebaseerd op € 50,00 voor 49.435 inwoners.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend als het verschil tussen het OZB-tarief in Houten (als het gewogen gemiddelde voor woningen en niet-woningen) en het normtarief om een beroep te kunnen doen op artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. Deze norm is door het Rijk in de meicirculaire 2017 bepaald op 0,1952% (2016: 0,1927%). De onbenutte belastingcapaciteit wordt voor 2018 berekend op € 1,220 miljoen.

De stelpost onvoorzien is bepaald op basis van € 1,25 per inwoner.

De beklemde algemene reserve wordt niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. Het inzetten van deze reserve kan alleen met goedkeuring door de raad én op basis van de door de raad vastgestelde criteria. Dit geldt ook voor het concernweerstandsvermogen grondexploitaties. De omvang van dit concernweerstandsvermogen is op basis van de perspectiefnota 2018 € 5,6 miljoen. Dit bedrag is onderdeel van de risicobuffer voor de grondexploitaties en daarmee niet vrij besteedbaar.

3.   Risico's

De risico's die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die risico's die niet zijn ondervangen door bijvoorbeeld het afsluiten van een verzekering, het treffen van een voorziening of het nemen van een beleids- en/of beheersmaatregel waardoor het risico zich niet voordoet.

Naast de te kwantificeren risico’s (uitgedrukt in een financieel effect) is er uit de risico-inventarisatie ook een aantal ontwikkelingen naar voren gekomen. Deze zijn niet direct als risico te kwantificeren, maar kunnen op termijn wel tot risico’s leiden. Daarom worden deze hieronder wel beschreven. Onderdeel hiervan zijn ook de openeinde regelingen. Het betreft regelingen waarbij de onzekerheid zit in de mate waarin aanspraak wordt gedaan op de regeling of de gemaakte afspraken.

Ontwikkelingen
Financieel / economisch
Aanbestedingen
De verwachting van het CPB is dat het herstel van de economische groei de komende jaren aanhoudt. Dat betekent dat bedrijven weer gaan investeren en produceren. De vraag naar producten door lage inflatie en stijgende lonen neemt daardoor ook toe. Het gevolg van deze marktwerking is dat de prijzen voor aan te besteden inkoop van goederen en diensten toeneemt. Zeker als de vorige aanbestedingen in tijden van laagconjunctuur zijn gedaan, zal sprake zijn van kostenstijgingen ten opzichte van de bestaande budgetten.
Risico is dat daardoor bijvoorbeeld de bezuinigingstaakstelling op het zwembad niet gerealiseerd wordt. De aanbesteding van de exploitatie van het zwembad (excl. buitenbad) moet de taakstelling goed maken. Onderdeel van de ombuigingsagenda is een bezuinigingstaakstelling op het aanbestedingsresultaat van de huur- en exploitatieovereenkomst van het zwembad de Wetering. Via een paralleltraject loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van verduurzaming van het zwembad. De resultaten uit dit onderzoek worden meegenomen in de aanbesteding en dragen bij aan het behalen van de taakstelling.

Subsidies
De gemeente Houten ondersteunt diverse Houtense initiatieven, bijv. Techniekfabriek, Houtense Helden, Bibliotheek) in hun weg naar zelfstandigheid in verschillende vormen (waaronder financiële bijdrages, tijdelijke huisvesting). Lukt een initiatief alsnog niet, dan is de ondersteuning te beschouwen als een aanloopverlies. Bovendien wanneer een subsidie wordt verlaagd, moet de afweging worden gemaakt de effecten op te vangen door schaarse middelen uit andere bronnen aan te boren om zo de mogelijke maatschappelijke effecten voor inwoners te beperken.

Ontwikkelingen Eiland van Schalkwijk
Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen op het Eiland van Schalkwijk die te zijner tijd in beheer moeten worden genomen. Het mobiliteitsplan Eiland van Schalkwijk en beschikbare subsidies leiden tot nieuwe infrastructuur (o.a. de ontsluiting van het verkeer naar de forten) en de ontwikkeling van kanoroutes en andere toeristische voorzieningen. Bij realisatie van deze onderdelen moet rekening worden gehouden met de kosten voor beheer en exploitatie.

Spoortrillingen
De problematiek rond de spoortrillingen is ingewikkeld. Op geen enkel terrein (inhoudelijk, financieel en politiek-bestuurlijk) zijn risico’s uit te sluiten. Het financiële effect is vooraf niet in te schatten. Hierover is bestuurlijk overleg met ProRail en Ministerie I en M. Het belang voor bewoners is voor het college het uitgangspunt voor de verdere onderhandeling met ProRail en Ministerie I en M.

Referendum Aftapwet
Het initiatief voor een referendum over de Aftapwet heeft 10.000 handtekeningen opgehaald. Om tot een referendum te komen, moeten er 300.000 handtekeningen worden verzameld. Het referendum is een initiatief van een groep bezorgde studenten uit Amsterdam, zoals ze zich op de website noemen. Op Twitter maakt het initiatief bekend dat er inmiddels 10.000 handtekeningen zijn opgehaald. Het initiatief vindt dat de geheime diensten AIVD en MIVD met de nieuwe wet te veel bevoegdheden krijgen. Zo mogen de diensten bijvoorbeeld het internet op grote schaal aftappen. Bij dit proces worden ook gegevens van onschuldige burgers opgeslagen. Mogelijk wordt er een referendum gehouden in 2018, mogelijk tegelijkertijd met de verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad op 21 maart 2018.

Oostelijke Ontsluiting A12
Rijkswaterstaat heeft het besluit genomen mee te werken aan de Oostelijke Ontsluiting Houten. Gezien de hoge kosten van het project is er een nieuw besluit van Gedeputeerde Staten nodig. Een integraal plan moet in het laatste kwartaal 2017 worden uitgewerkt met bewoners/gebruikers Buitengebied Houten-Bunnik. Daarna volgt besluitvorming door de colleges/raden en staten. Het project zou kunnen vertragen door gevoeligheden rondom de verkeerssituatie in het buitengebied (omwonenden) en extra wensen van de gemeente Bunnik.

Ring Utrecht
Het Tracébesluit Ring Utrecht is door de minister vastgesteld, evenals het bovenwettelijke maatregelenpakket (15 miljoen). Inmiddels is door Rijkswaterstaat besloten om in antwoord op de zienswijze van Holing andere maatregelen nodig zijn die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van het project.

Fietsverbinding Houten-Vianen
De fietsverbinding Houten - Vianen wordt mogelijk niet gerealiseerd in verband met financiële haalbaarheid. Er komt een nieuwe raming in het najaar 2017 (inclusief risico's/onzekerheden). Op basis daarvan gaan Provincie en RWS in gesprek om na te gaan wat in het Tracébesluit (TB) wordt opgenomen. Er is vertraging door vervangen van 3 bruggen in het project. De start voor de realisatie is gepland voor 2021.

Wet natuurbescherming
De provincie Utrecht heeft een hogere ambitie vastgesteld op het gebied van de uitvoering van de Wet natuurbescherming. O.a. de handhaving op de Wet natuurbescherming zal door de provincie forser worden ingezet. Nieuwe (bouw) ontwikkelingen of activiteiten  binnen de gemeente verdienen hierdoor ook meer aandacht op het gebied van deze wetgeving, dit om vertragingen en onnodige natuurschade te voorkomen. In beperkte gevallen is de gemeente bevoegd gezag voor de handhaving. Dit is alleen van toepassing als tijdens een Wabo aanvraag voor een omgevingsvergunning, de aanvrager kiest om de Natuurbeschermingswet aan te haken én er zogenaamde een verklaring van geen bedenkingen nodig is. De gemeente is in dit geval het bevoegd gezag die de totale vergunning incl. aspecten van de Wet natuurbescherming zal verlenen. Handhaving voor deze vergunningen (in de praktijk komt dit zelden voor) is voor rekening van de gemeente. De RUD Utrecht voert het toezicht en de handhaving voor gemeente Houten uit als daar incidenteel aanleiding toe is. Het is nog onbekend wat de financiële gevolgen hiervan zijn.
Bij vergunningverlening wordt er een diepgaandere toetsing verwacht of de aanvraag wel of niet voldoende aandacht heeft voor de natuurbescherming. Er moet nog een keuze worden gemaakt of
de initiatiefnemer in bepaalde situaties onderzoek moet doen naar beschermde diersoorten óf dat de gemeente dit in brede zin voor haar rekening neemt waardoor er eventueel in de toekomst gebiedsgerichte ontheffingen kunnen worden verstrekt. Een zogenaamd soortenonderzoek is een zeer kostbare aangelegenheid. Daarnaast is aansluiting op een zogenaamde soortendatabase wenselijk. Hiermee kan een vergunningverlener direct inzicht krijgen in de aanwezigheid van beschermde soorten in een gebied. De provincie neemt de kosten voor de aansluiting op deze database voorlopig voor haar rekening echter op den duur komen deze kosten bij de gemeente terecht.

Sociaal Team
Onder leiding van een adviesbureau wordt een businesscase opgesteld voor de organisatievorm van het Sociaal Team. Het inzicht uit deze businesscase vormt de basis voor de besluitvorming. Mogelijk is sprake van financiële en/of organisatorische consequenties.

Openeinde regelingen
Het betreft de volgende regelingen:

  • maatwerkvoorziening Begeleiding voor WMO en Jeugd
  • uitvoering Wet BUIG
  • uitvoering van Jeugd, Participatie en WMO
  • levering van huishoudelijke ondersteuning (daarbij is er ook sprake van intensievere zorgvragen)
  • trajecten openbare gezondheidszorg (OGGZ)
  • meldingen Veilig thuis (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling)
  • trajecten outreachende hulpverlening huiselijk geweld
  • gladheidsbestrijding en vorstschade aan wegen
  • arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioen wethouders

Organisatorisch
Arbeidsmarkt
Door de economische groei en de daarbij horende toegenomen investeringen in infrastructuur, civieltechnische werken en ICT door bedrijven en overheden neemt het verloop van gekwalificeerd personeel toe en is het soms moeilijk vacatures in te vullen. Hierdoor kan het soms noodzakelijk zijn om personeel tijdelijk in te huren of te werken met markttoelagen.

Omgevingswet
In de aanloop naar de Omgevingswet (geplande inwerkingtreding 2019) is het noodzakelijk dat de gemeente Houten op het gebied van digitalisering en informatiedeling nog stappen zet. Het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) gaat uit van een bepaalde mate van implementatie voor inwerking treding. In 2017 zal vanuit het Rijk wetgeving worden vastgesteld die dit ook afdwingt (bijvoorbeeld de Wet generieke digitale infrastructuur; Wet GDI).
Om dit te kunnen realiseren moeten nog diverse knelpunten worden opgelost. Deels hangt dit samen met de techniek: de (on)mogelijkheden van het koppelen van applicaties. Deels hangt dit samen met de organisatie: de wijze waarop keuzes omtrent digitalisering worden gemaakt binnen de gemeente en de samenhang en verschillen van deze keuzes tussen de verschillende afdelingen.
Een ander punt van onzekerheid is nog de ontwikkeling van wetgeving. Globaal zijn de verplichtingen wel kenbaar, maar op detailniveau is nog niet bekend wat en op welke termijn exact van de gemeente gevraagd wordt.

Uitnodigingsplanologie
Als gevolg van uitnodigingsplanologie ontstaan er hoge verwachtingen bij initiatiefnemers en komt er druk op de ambtelijke organisatie om snel in te spelen op ongeplande nieuwe ontwikkelingen, terwijl ook goed alle belangen in beeld moeten worden gebracht. De capaciteit van het personeel (kwantitatief en kwalitatief) is echter nog niet afgestemd op deze nieuwe manier van werken. Het gevolg is dat  initiatiefnemers niet zo snel als gewenst hun initiatieven kunnen realiseren en initiatiefnemers teleurgesteld kunnen zijn en in de organisatie minder tijd overblijft voor andere reeds geplande taken. Voor de korte termijn is in de Perspectiefnota geld beschikbaar gesteld. De consequenties voor de lange termijn (afhankelijk van ambities en beschikbare middelen), zullen onderdeel zijn van het overdrachtsdocument voor het nieuwe college.

Gemeentelijke huisvesting
Door diverse ontwikkelingen vinden er veel verhuisbewegingen plaats in het gemeentehuis. De verwachting is dat herijking en verkenning van huisvesting opnieuw actueel wordt. Mede als gevolg van de voortdurende veranderende vraag en/of behoefte. Onduidelijk is nog of dit organisatorische en/of financiële consequenties met zich mee brengt en in welke mate.

Informatie
Cybercrime en privacy
Cybercrime kan worden gedefinieerd als criminaliteit met ICT als middel. In de afgelopen twee jaar is
de bewustwording van het risico slachtoffer te worden van cybercrime enorm toegenomen. In onderzoeken hiernaar is dit risico dan ook gestegen van de vijfde naar de tweede plaats. De belangrijkste risico’s van cybercrime zijn te benoemen als: uitval van systemen, verlies van gegevens, het lekken van data en de schade die daardoor ontstaat voor burgers (bijv. te laat uitgeven reisdocument waardoor de burger niet naar het buitenland kan) en/of bedrijven (bijvoorbeeld te laat verlenen vergunning waardoor bedrijfsactiviteiten niet of later gestart kunnen worden) dan wel daaruit voortvloeiende boetes en imagoverlies. De belangrijkste preventieve maatregelen die zijn getroffen in de strijd tegen cybercrime zijn: voortdurende aandacht voor bewustwording bij alle medewerkers, jaarlijkse risico-analyse en het risk-based invoeren van de maatregelen van de ‘Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten’, anti-malware beleid, waaronder application white-listing, actief hardening en patchbeleid en diverse technische maatregelen zoals spam-filter, firewall en een proxy-server. De belangrijkste curatieve maatregelen zijn: de mirror omgeving in het Brandweerhuis, het vastgestelde Incidentmanagement en response beleid, een gedegen back-up en recovery proces en het nog op te zetten ‘Business Continuity Management’.

Documentmanagement
In 2017 zal als gevolg van het onderzoek naar de informatie huishouding (v.Bussel) een keuze worden gemaakt om van de huidige documentmanagement systemen één of beide uit te zetten. Als besloten wordt dat de informatie die in het uitgeschakelde systeem zit gemigreerd moet worden naar het blijvende (of een nieuw) systeem, brengt dat hoge kosten met zich mee. In de Perspectiefnota 2018 is  al wel extra budget beschikbaar gesteld voor digitale archivering, maar onduidelijkheid is of dit toereikend zal zijn.

Politiek/bestuurlijk
Wob-verzoeken
Voor Wob-verzoeken is de Wet dwangsom niet meer van toepassing. Dit betekent dat er geen dwangsom meer kan worden gevorderd voor de te late afhandeling van Wob-verzoeken. Het niet zorgvuldig omgaan met Wob-verzoeken kan echter wel imagoschade opleveren.

Aansprakelijkheid
De gemeente heeft een risico-aansprakelijkheid voor wat betreft wegen. Als mensen schade oplopen door een gebrek aan de weg, dan kunnen ze de gemeente aansprakelijk stellen. Aan de hand van juridische criteria wordt beoordeeld of de gemeente aansprakelijk is. De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten waarmee de grote claims zijn gedekt. De financiële risico's zijn beperkt. Het kan wel imagoschade opleveren.

Klachtprocedures
Onjuiste bejegening van inwoners kan tot een klacht leiden. Belangrijk is dat de klacht op een zorgvuldige wijze afgehandeld wordt. Zo niet, dan kan dit leiden tot imagoschade. Maar ook als de klacht gegrond verklaard wordt of als de klager het niet eens is met de afhandeling en naar de nationale ombudsman gaat.

Bezwaar-en beroepsprocedures
Ook als een primair besluit en de beslissing op bezwaar zorgvuldig zijn afgehandeld, hebben belanghebbenden een wettelijk recht om in bezwaar of beroep gaan. Risico betreft het opnieuw beoordelen en zo nodig een nieuw besluit nemen. Bij beroep kan de gemeente veroordeeld worden in de proces- en griffiekosten. Als het een politiek gevoelig dossier betreft kan er naast een financieel effect ook sprake zijn van imagoschade.

Social media
Communicatie via social media wordt steeds belangrijker en inwoners vinden dat de gemeente hierop actief moet zijn. Vooral bij crisis en calamiteiten maar ook bij minder dringende maar voor inwoners wel belangrijke zaken. In de visie Communicatie en participatie 2017-2021 is dit ook als belangrijk aandachtspunt genoemd. Bij de Perspectiefnota 2018 is ingestemd met extra middelen voor communicatie advies in het algemeen maar in het bijzonder voor social media advisering. Als de gemeente onvoldoende aanwezig is en niet snel en adequaat reageert, loopt zij het risico op imagoschade.

Juridisch/aansprakelijk
Planologische procedures
De juridificering van de samenleving en het feit dat ontwikkelingen vaker plaatsvinden op inbreidingslocaties (met eromheen bestaande belangen) heeft ook zijn weerslag in planologische procedures. Het gevolg is vertraging in projecten, meer ambtelijke inzet en hogere kosten in verband met juridische procedures.

Verbonden partijen
Houten heeft ervoor gekozen een aantal taken niet zelf uit te voeren, maar in samenwerking met andere gemeenten meer op afstand te zetten in een Gemeenschappelijke Regeling of andere samenwerkingsvorm.
De toezichthouder vraagt specifiek aandacht voor het opnemen van beleid met betrekking tot de sturing op financiële risico's op gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen. In de nota Verbonden partijen wordt dit onderwerp nader uitgewerkt. De nota Verbonden partijen wordt momenteel vernieuwd en naar verwachting in het najaar van 2017 door de raad vastgesteld.

In de paragraaf Verbonden partijen van deze begroting zijn de risico's van de verbonden partijen vermeld.

Tot slot
Eventuele incidentele financiële mee- en tegenvallers, als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen, worden verrekend via het begrotingssaldo van het lopende boekjaar. Structurele financiële effecten worden verwerkt in het, bij de perspectiefnota, te actualiseren financieel kader van de meerjarenbegroting.

Gekwantificeerde risico's

Van de gekwantificeerde risico's is onderstaande matrix te maken. De aantallen in de matrix betreffen het aantal risico's dat is gedefinieerd met dezelfde risico-score. Bij deze risicoscore hoort een gemiddeld financieel effect (aanspraak op het beschikbare weerstandsvermogen). Deze wordt berekend door de gemiddelde kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde financiële effect.
De kleuren in de matrix zijn gerelateerd aan de risicoscore en geven de urgentie aan en de mate van politieke relevantie. Hoe hoger de score, hoe urgenter het risico. De kleuren lopen op met de urgentie, van groen, geel, oranje naar rood als een risico een grote urgentie heeft.
De tabel met risico's is te vinden op pagina 122.

Risicomatrix:

Financieel gevolg

≥ € 1.000.000

€ 125.000

€ 375.000

€ 625.000

€ 875.000

€ 1.125.000

aantal : 1

aantal : 2

aantal : 1

≥ € 500.000 < € 1.000.000

€ 75.000

€ 225.000

€ 375.000

€ 525.000

€ 675.000

aantal : 1

≥ € 100.000 < € 500.000

€ 30.000

€ 90.000

€ 150.000

€ 210.000

€ 270.000

aantal : 1

aantal : 2

aantal : 4

aantal : 2

≥ € 50.000 < € 100.000 

€ 7.500

€ 22.500

€ 37.500

€ 52.500

€ 67.500

aantal : 5

aantal: 1

< € 50.000

€ 2.500

€ 7.500

€ 12.500

€ 17.500

€ 22.500

aantal : 1

aantal : 1

aantal : 2

aantal : 3

0 - 20 %

21 - 40 %

41 - 60 %

61 - 80 %

81 - 100 %

Kans

4.   Conclusie Weerstandsvermogen

In de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen is vastgelegd dat het weerstandsvermogen wordt beoordeeld aan de hand van de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Deze relatie wordt de ratio weerstandsvermogen genoemd.

De relatie is als volgt:

ratio weerstandsvermogen =

beschikbare weerstandscapaciteit

benodigde weerstandscapaciteit

In de begroting 2018 komt deze ratio uit op:

€ 3.930.000

= 1,2

€ 3.382.500

De uitkomst van de ratio is daarmee volgens de uitgangspunten uit de nota als "voldoende" te kwalificeren. Niet vergeten moet worden dat de ratio berekend is op basis van de benodigde weerstandscapaciteit voor de gekwantificeerde risico's. Daarnaast is er nog sprake van een groot aantal kwalitatief geduide ontwikkelingen en risico's die ook mogelijk een aanspraak op het weerstandsvermogen doen.

5.   Geprognotiseerde balansen 2016-2021

6.   Financiële kengetallen

Hieronder de uitwerking van de kengetallen, welke opgenomen dienen te worden in de begroting van provincies en gemeenten.

* Wijken af van de begroting 2017. Raming 2017 is in de begroting 2017 bepaald door extrapolatie van de voorlopige balans per 31-12-2016. In de begroting 2018 wordt de raming 2017 bepaald door extrapolatie van de voorlopige balans 31-12-2017.

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.

Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.

Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de medeoverheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De uitkomst van de berekening van dit kengetal is voor het jaarverslag hetzelfde als bij de begroting. Het kengetal hoeft dus voor het opnemen in het jaarverslag niet opnieuw te worden berekend. Het toch opnieuw opnemen houdt verband met het feit dat de kengetallen gezamenlijk en in samenhang bezien inzicht geven in de financiële positie van een provincie of gemeente.

Beoordeling
Normaal ligt de netto schuldquote van een gemeente tussen 0% en 90% (groen). Als de netto schuldquote tussen 100% en 130% ligt, is de gemeenteschuld hoog (oranje). Deze moet dan niet verder stijgen, want als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, komt een gemeente in de gevarenzone (rood). De percentages 100% en 130% zijn signaleringskengetallen, welke door het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden bepaald. Dit geldt overigens voor alle in deze beoordeling genoemde kengetallen.
Vanaf 2018 heeft de gemeente Houten een normale netto schuldquote tussen 0% en 90% (groen). Deze daalt van 87% in 2018 naar 66% in 2021 voornamelijk doordat de (vinex)grondexploitaties in 2021 afgerond zijn. Er hoeven dus geen nieuwe leningen aangetrokken te worden voor de grondexploitaties. Sterker nog, er kunnen zelfs leningen worden afgelost.
De gemeente Houten heeft ook leningen voor derden aangetrokken, deze leningen worden één op één aan deze derden doorgegeven. In de schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden deze leningen geëlimineerd. Onze schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is 82% in 2018 en daalt naar 63% in 2021. Ook hier bevindt de gemeente zich in de normale zone (groen). Duidelijk is dat deze kengetallen bepaald worden aan de hand van de geprognotiseerde balansen 2018-2021. Hierbij moet alles volgens de planning verlopen zoals bijvoorbeeld grondexploitaties moeten per 2021 afgerond zijn.

De solvabiliteitsratio van 25% in 2018 bevindt zich binnen de categorie 20-50% (oranje), waarbij < 20% de gevarenzone (rood) is en de normale ratio > 50% (groen) bedraagt. Dat die van onze gemeente wat lager is (oranje), is logisch gezien onze hoge schulden (boekwaarde) van de grondexploitaties. Dat deze zich wel iets verbetert tot 34% in 2021 komt doordat de boekwaarde van de grondexploitaties langzaam afneemt, in 2021 is deze 0 i.v.m. afronding (vinex) grondexploitaties.

De structurele exploitatieruimte van 0,3% in 2018 geeft aan dat onze structurele lasten allemaal gedekt worden door structurele baten en dat er zelfs weer een kleine ruimte is ontstaan.

De belastingcapaciteit ligt net iets onder het landelijk gemiddelde.

Een conclusie is dat onze kengetallen 2018-2021 zich op basis van de geprognotiseerde balansen 2018-2021 op een goed niveau positief bevinden, maar wel sterk conjunctuur gevoelig zijn. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken, dat als het Rijk meer geld gaat uitgeven door de aantrekkende economie, de gemeente ook meer geld beschikbaar krijgt (trap op-trap af). Hierdoor kan een gemeente ook weer  meer gaan investeren, waarvoor extra financieringsmiddelen nodig zijn. Hierdoor kan de Netto-schuldquote weer verslechteren.

6.   Tabel gekwantificeerde risico's

Risico

Omschrijving

Oorzaak

Gevolg

Gebied

Categorie

Kans

Onvang

Fin. effect

Essentaksterfte

De ziekte essentaksterfte tast de essen in Houten (4000-5000 bomen, vooral langs fietspaden) aantast, waardoor zij afsterven. 

De essentaksterfte verspreid zich vanuit Duitsland

Dit leidt tot een aantasting van het straatbeeld en extra uitgaven om de bomen te vervangen.

Beheer openbare ruimte

Overige risico's

0 - 20 %

< € 50.000

€ 2.500

Niet behalen van brandveiligheidsdoelstelling

Brandveiligheid is een belangrijk onderwerp binnen de gemeente Houten. De opkomsttijd van de brandweer is hierin een aandachtspunt. Door diverse maatregelen willen we het dekkingspercentage verhogen. Maar niet alleen de opkomsttijd is belangrijk. Het gaat ook om het sneller ontdekken van brand met als gevolg een eerdere alarmering en uitruk.

Openbare orde en veiligheid

Politiek / bestuurlijk

21 - 40 %

< € 50.000

€ 7.500

Het dekkingpercentage van de brandweer is momenteel 75%. De doelstelling is om dit percentage te verhogen en het streven is het regionale gemiddelde van 89% te halen

Het risico dat de brandveiligheid afneemt is klein

Invoering vennootschapsbelastingplicht

Door de invoering van de vennootschapsbelasting is het onduidelijk of daar in de toekomst formatieve gevolgen mee gemoeid zijn. Vooralsnog lijkt er geen vpb-plicht, dit kan per jaar veranderen aan de hand van uitgevoerde actualisaties.

Per 1 januari 2016 treedt de vernnootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsondernemingen in werking

Onvoldoende capaciteit binnen de organisatie om de extra administratieve en fiscale verwerking te verrichten, waardoor externe capaciteit moet worden ingehuurd. Er is nog onduidelijkheid over de precieze adminstratieve gevolgen.

Belastingen

Organisatorisch

41 - 60 %

< € 50.000

€ 12.500

Hevige stormen door klimaatverandering

Er treedt steeds meer stormschade op. 

Het klimaat verandert.

Er waaien bomen om, eventueel met vervolgschade aan omliggende objecten 

Beheer openbare ruimte

Financieel / economisch

41 - 60 %

< € 50.000

€ 12.500

Sociale media

Via de sociale media wordt een hetze gevoerd tegen specifieke medewerkers.

Sommige burgers zijn ontevreden over het gemeentelijk beleid.

Psychische schade bij (het gezin van) de medewerker en imagoschade voor de gemeente

Bestuur & management

Overige risico's

61 - 80 %

< € 50.000

€ 17.500

Round up

Woekerplanten vormen een bedreiging voor wegverharding en/of gaan plantsoenen overheersen.

Door strengere wetgeving mogen chemische bestrijdingsmiddelen (zoals round up) veel minder worden gebruikt. Een effectief biologisch alternatief ontbreekt. 

Er is extra inzet (intern of extern personeel) benodigd om de gewenste beeldkwaliteit (wegverharding) en/of de gewenste begroeiing (plantsoenen) te behouden. 

Beheer openbare ruimte

Financieel / economisch

61 - 80 %

< € 50.000

€ 17.500

Bijdrage RUD

In 2017 is gebleken dat met name politiek gevoelige RUD dossiers veel extra inzet van de RUD vergen.

61 - 80 %

< € 50.000

€ 17.500

Voor 2018 en de jaren daarna worden daarom nieuwe DVO afspraken gemaakt

Onverwachte archeologische vondsten bij ruimtelijke ontwikkelingen

De gemeente moet een deel van potentieel aanzienlijke kosten dragen indien niet uit eerder onderzoek aan de ontwikkelaar kon worden aangegeven dat vondsten te verwachten waren

Ruimtelijke ordening

Financieel / economisch

0 - 20 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 30.000

Exotische waterplanten

De watergangen slibben dicht met woekerende waterplanten, met gevaar voor de visstand en de doorstroming van het water

Met name exotische waterplanten kunnen enorm woekeren.

Er moeten hogere kosten worden gemaakt om de planten te bestrijden.

Waterkering en afwatering

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 37.500

Eerder vervangen van Kunstgrasvelden (> 2020)

Door het intensief gebruik van de kunstgrasvelden halen de velden niet meer de huidige gehanteerde afschrijvingstermijn van 15 jaar.

Intensief gebruik van de kunstgrasvelden

Eerder vervangen van de kunstgrasvelden.

Sport

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 37.500

 Het maximale risico is dat de kunstgrasmatten na 10 jaar vervangen moeten worden De afschrijvingstermijn zou gelijk getrokken moeten worden met de garantieperiode die is 10 jaar.

Agressie buitendienst

Medewerkers van de buitendienst worden op straat soms agressief bejegend. 

Bewoners zijn ontevreden over het onderhoud van bepaalde onderdelen van de openbare ruimte. 

Psychische belasting en ziekteverzuim bij medewerkers van de buitendienst

Bestuur & management

Overige risico's

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 37.500

Vennootschapsbelastingplicht

Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsondernemingen in werking getreden. In 2015 is geïnventariseerd welke activiteiten een onderneming vormen en of deze activiteiten wel of niet onder de Vpb-plicht vallen. Medio 2016 hebben wij onze zienswijze met betrekking tot het grondbedrijf aan de belastingdienst schriftelijk overlegd. Een eerste reactie van de fiscus is inmiddels ontvangen, maar geeft nog geen uitsluitsel. De uitkomst bepaalt of er sprake is van financiële onzekerheden. Jaarlijks kunnen (nieuwe) activiteiten alsnog als onderneming worden gezien.

Per 1 januari 2016 treedt de vennootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsondernemingen in werking. Bepaalde activiteiten van de gemeente Houten kunnen als onderneming worden beoordeeld waardoor ze onder de Vpb-plicht komen te vallen.

Over de winst, van de als onderneming gekenmerkte activiteiten en niet-vrijgestelde activiteiten, moet vennootschapsbelasting worden afgedragen.

Belastingen

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 37.500

Prognose bouwleges 2018

De prognose van de meerbouwleges 2018 zijn benut voor personele capaciteit om het extra werk in vergunningverlening en toezicht op te vangen. De inkomsten aan leges kunnen variëren omdat deze afhankelijk zijn van de werkelijke realisatie van projecten en de ingediende aanvragen van burgers en bedrijven. Zijn dus afhankelijk van de vraag. Daarom kunnen er in een jaar meer opbrengsten zijn dan kosten en ook andersom, afhankelijk van aantal en soort plannen en de periode waarin deze tot uitvoering komen. De gemeente heeft hierop slechts een beperkte invloed.

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 37.500

Leegstand winkelpand  Xenos

Leegstand van de winkelruimte die nu door Xenos gehuurd wordt

Xenos heeft per 31-12-17 de huur opgezegd.

Geen huuropbrengsten uit de winkelruimte als er geen nieuwe huurder gevonden wordt. 

Economische zaken

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 52.500

Verstrekken van leningen en garanties aan diverse verenigingen,  stichtingen of organisaties met een publiek belang

Bij het verstrekken van een lening of garantie bestaat het risico dat een organisatie niet aan haar aflossingsverplichting kan voldoen.

De gemeente verstrekt leningen en garanties aan diverse vereningingen, stichtingen of organisaties met een publiek belang (€ 7,1 miljoen).

De gemeente loopt het risico dat organisaties niet in staat zijn hun leningen af te lossen.

Financieel / economisch

0 - 20 %

≥ € 500.000     < € 1.000.000

€ 75.000

Schade aan dijken

De dijken naast de watergangen lopen schade op en daarmee ook de wegen op de dijk. Het onderhoud van de dijken komt niet ten laste van de gemeente, maar de wegen op de dijken wel. 

Onderhoudswerkzaamheden door derden aan (kunstwerken in) watergangen die eigendom zijn van HDSR of RWS

Mogelijk moeten juridische procedures worden gestart.

Wegenbeheer

Juridisch / aansprakelijk

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 90.000

Hogere uitvoeringskosten voor nieuwe taken integratie-uitkering wmo 

Het Rijk heeft berekend hoeveel het zal kosten om de punten hieronder uit te voeren. Echter heeft de gemeente Houten een berekening gemaakt, lager dan het Rijk. Deze kosten berekend door gemeente Houten zijn opgenomen in de begroting. Mochten de kosten voor het uitvoeren van de taken toch hoger uitvallen, leidt dit tot een totaalrisico van 190.000 in 2017

Lagere inschatting van de kosten om de taken uit te voeren dan het Rijk heeft gemaakt.

Indien de kosten toch hoger uitvallen dan de gemeente heeft geschat, is dit niet in de begroting meegenomen en moet dit worden opgevangen.

Wmo

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 90.000

- Vangnetregeling

- Diensten SVB

- VNG-betalingen (Sensoor, doventolk etc.)

- Geen post onvoorzien meer

- Tijdelijk verblijf LVB+

- Eigen bijdragen

In 2018 zou dit een bedrag van 235.000 zijn.

Gelimiteerde achtervang van het WSW (Wet Sociale Woningbouw)

De zekerheidsstructuur in de volkshuisvesting is in 3 lagen verdeeld, primair het eigen vermogen van de rentederving (5%) op dit bedrag in verband met het verstrekken van renteloze leningen van de woningcorporaties en secundair het vermogen van het WSW. De tertiaire zekerheid is de achtervangpositie van Rijk en gemeenten. Hierbij is 50% voor rekening van het Rijk, 25% voor de schadegemeente en 25% voor alle deelnemende gemeenten gezamenlijk. Het risico dat de gemeente Houten loopt betreft de rentederving (5%) op dit bedrag in verband met het verstrekken van renteloze leningen. Voor de gemeente Houten gaat het om een totaalbedrag van ruim € 230 miljoen aan uitgezette leningen.

Door landelijke maatregelen verslechtert de financiele situatie van woningcorporaties. 

Door faillissementen van woningcorporaties moet gemeente Houten eventuele rentederving betalen ten behoeve van de gelimiteerde achtervang WSW. 

Stadsvernieuwing en woningbouw

Financieel / economisch

0 - 20 %

≥ € 1.000.000

€ 125.000

E-bikes

Er ontstaan gevaarlijke snelheidsverschillen op fietspaden.

De (extra snelle) e-bikes

Er zijn infrastructurele aanpassingen benodigd met het oog op de veiligheid en om onze reputatie als "Houten Fietsstad" te behouden.

Aanleg infrastructuur

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 150.000

Niet-realistische verkoopprijzen schoolwoningen Beekmos

Het ombouwen tot woningen van de schoolwonigen aan de Beekmos leidt tot hoge verkoopprijzen, die niet realistisch zijn.  

Hoge boekwaarde van de huidige schoolwoningen en de kosten voor de ombouw tot woningen.

Niet kostendekkend verkopen van schoolwoningen.

Onderwijs

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 150.000

Mogelijke vervanging software Vicrea

In september 2016 heeft Vicrea een verhoging van de onderhoudskosten van software aangekondiogd, waarbij in vele gevallen verdubbeling  van de kosten optreedt. Onderleiding van het gemeentelijk geoberaad zijn ongeveer 150 gemeenten in verweer gekomen tegen deze verhoging, later ondersteund door VNG en KING. Nog steeds is niet duidelijk wat voor oplossing er geboden wordt met als gevolg dat het niet duidelijk voor wat voor kosten de gemeente komt te staan. Update van software moet immers plaatsvinden in verband met wettelijke wijzigingen.

Verhoging van de onderhoudskosten en het mogelijke faillissement van Vicrea.

Dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering, we kunnen immers niet meer aan de wettelijke verplichtingen voldoen. Daarnaast zijn er uiteraard de kosten van een vervangend systeem en de conversie van de data.

Aanbestedingen

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 150.000

Het gevaar bestaat dat Vicrea op en gegeven moment niet meer aan hun verplichtingen kan voldoen en failliet kan gaan. Op dat moment is er geen ondersteuning en onderhoud van onze software meer. Dit betekent in het ergste geval dat alle software die Vicrea geleverd heeft, vervangen moet worden.

Extreme neerslag

We krijgen eerder te maken met de gevolgen van extreme neerslag dan verwacht. 

Klimaatveranderingen gaan sneller dan verwacht.

Er is minder tijd om de openbare ruimte hierop aan te passen en huiseigenaren te informeren over maatregelen die zij zelf kunnen treffen.

Waterkering en afwatering

Financieel / economisch

41 - 60 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 150.000

Wet Privatisering bouwtoets 

Er is wetgeving in voorbereiding waardoor taken van bouwtoetsing bij vergunningverlening en bouwtoezicht door de toezichthouders verschuiven van de gemeente naar particuliere partijen.

Ruimtelijke ordening

Juridisch / aansprakelijk

61 - 80 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 210.000

De particuliere sector wordt gecertificeerd, waarbij de gemeente alleen nog certificaten toetst.

Als gevolg van deze verschuiving van taken zullen de werkzaamheden bij vergunningverlening en toezicht met betrekking tot de bouwwerkzaamheden veranderen. Ook zijn er gevolgen voor de legesinkomsten, maar het is nog onduidelijk welke effecten dit precies heeft voor de gemeente. De implementatie en juridische aanpassingen, bijvoorbeeld de legesverordening, vraagt extra inzet bij o.a. de afdeling RO.

De uitkomsten van een experiment bij de gemeente Den Haag (16/8/2016) laten zien dat bij 4 op de 10 projecten alsnog door de gemeente moest worden ingegrepen omdat er slechte kwaliteit geleverd werd, met in sommige gevallen zelfs kans op instortingsgevaar!

Hoewel de gemeente (waarschijnlijk) wettelijk niet aansprakelijk zal zijn, als het toch mis gaat, is de gemeente nog steeds verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid. Daarbij zal de gemeente te maken krijgen met juridische kwesties in verband met onduidelijkheid over aansprakelijkheid en vervolgschade. Dat alles naast imagoschade en aandacht in de landelijke pers.  De particuliere markt is op dit moment nog niet klaar voor deze taak. De pilot in Den Haag loopt hier 'gelukkig' tegenaan. Uitgangspunt van de wet blijft dat zodra de private kwaliteitstoets verplicht is, het private toezicht beter geborgd is. De invoering van de wet zal waarschijnlijk worden vertraagd ivm discussie in de Eerste Kamer.

Geen voorbereiding op aflopende subsidie Regiotaxi Utrecht

Indien er geen maatregelen worden genomen op de aflopende subsidie van de provincie Utrecht voor de regiotaxi, moet gemeente Houten in 2020 in staat zijn € 300.000 vrij te maken om dit op te vangen. 

Het contract voor de Regiotaxi Utrecht loopt af in augustus 2020. Dit contract wordt deels gesubsidieerd door de provincie Utrecht. Deze subsidie loopt af van € 355.000 in 2015 tot € 300.000 in 2019. Daarna is het onzeker wat er met de subsidie gaat gebeu

Een tekort van € 300.000.

Regionale samenwerking

Financieel / economisch

61 - 80 %

≥ € 100.000     < € 500.000

€ 210.000

Mogelijk tekort bij de verdeelmodellen van de drie decentralisaties (Jeugd / Wmo / Participatie).

Dat er bij de objectieve verdeelmodellen van de drie decentralisaties (Jeugd, Wmo en Participatie) minder geld binnenkomt dan benodigd voor de uitvoering van de drie decentralisaties.

We zitten in een overgangsfase m.b.t. de verdeling van de middelen voor Jeugd, Wmo en Participatie. Door de fluctuaties die we waarnemen binnen de  uitkeringen zien we dat er nog gezocht wordt naar een juiste verdeling van de financiële middelen.  

Er ontstaat binnen de gemeentelijke begroting een tekort op één of meerdere budgetten binnen Jeugd, Wmo of Participatie waardoor er gezocht moet worden naar alternatieve dekking.

Jeugdwet

Financieel / economisch

21 - 40 %

≥ € 1.000.000

€ 375.000

In de praktijk zien we dat we in circulaires vanuit het rijk gekort kunnen worden op één of meerdere uitkeringen binnen de decentralisaties.   

Ovoldoende afschaling van zorg van de 2e naar de 1e naar de 0e lijn

De transformatie, waaronder de afschaling van 2e naar 1e lijnszorg en van 1e naar 0e lijnszorg komt onvoldoende op gang.

De interne organisatie is nog in ontwikkeling om de nieuwe taken zo goed mogelijk georganiseerd uit te kunnen voeren. Er is nog niet de volledige "grip" op zowel de groep cliënten als de groep zorgaanbieders. 

Er ontstaat binnen de gemeentelijke begroting een tekort op één of meerdere budgetten binnen Jeugd of Wmo waardoor er gezocht moet worden naar alternatieve dekking.

Jeugdwet

Financieel / economisch

21 - 40 %

≥ € 1.000.000

€ 375.000

Het risico bestaat dat de transfomatie, waaronder de beweging om te komen tot een verrschuiving van de dure 2e lijnszorg naar de goedkopere 1e lijnszorg niet tijdig genoeg op gang komt. Ditzelfde risico doet zich voor bij de gewenste verschuiving van de 1e lijnszorg naar de 0e lijszorg (zoals bijvoorbeeld mantelzorg).   

Dak en geveldelen Scc Schoneveld

De dak- en gevelconstructie is aangetast door vocht en moet vervangen worden.

Recentelijk is geconstateerd dat bij de bouw van het Scc Schoneveld  er een constructiefout is gemaakt waardoor de dak- en gevelconstructie is aangetast.

Dak moet vernieuwd worden.

Jeugd -en jongerenwerk

Gemeentelijke gebouwen en materieel

61 - 80 %

≥ € 1.000.000

€ 875.000

Totaal benodigd weerstandsvermogen:

€ 3.382.500

Totaal benodigd weerstandsvermogen:

€ 3.382.500