1. Inleiding
Aan het begin van deze collegeperiode was een van de doelstellingen een structureel sluitende begroting met ingang van 2018. Om dit te bereiken is door de raad een pakket (€ 4,9 miljoen) aan ombuigingsmaatregelen vastgesteld. Bij de perspectiefnota 2014 (€ 2,1 miljoen) en bij het collegeprogramma 2014-2018 (€ 2,8 miljoen). In deze paragraaf is in één oogopslag de voortgang van de ombuigingsagenda te zien. Daarnaast wordt ingegaan op een tweetal reserveringen in de meerjarenbegroting 2018-2021.

2. Ombuigingen
De raad is de afgelopen jaren periodiek geïnformeerd over de voortgang van de ombuigingen. In de begroting 2018 wordt de actuele stand van zaken weergegeven.

Figuur: stand van zaken ombuigingen 2018

Circa 89% (€ 4,4 miljoen) van deze ombuigingen is ook daadwerkelijk gerealiseerd. Nog één post is niet afgewikkeld. Dit betreft de taakstelling (€ 0,2 miljoen) op de aanbesteding voor de exploitatie van het zwembad De Wetering. Circa 7% (€ 0,3 miljoen) is niet-gerealiseerd. De financiële effecten hiervan zijn in de periode 2014-2018 verwerkt in de begroting. Het betreft een viertal taakstellingen, te weten:

  1. Intergemeentelijke samenwerking (gezamenlijk aanbesteden in de openbare ruimte): € 200.000. In 2016 zijn de groenbestekken opnieuw aanbesteed. Als gevolg van aantrekkende marktprijzen is het geraamde aanbestedingsvoordeel niet gerealiseerd.
  2. Intergemeentelijke samenwerking (ambtelijke samenwerking): € 97.000. Op 4 juli 2017 heeft het college besloten om het onderzoek naar mogelijkheden voor een ambtelijke fusie met Wijk bij Duurstede niet voort te zetten. De oorspronkelijke taakstelling op intergemeentelijke samenwerking was € 200.000. In de afgelopen jaren is een gedeelte (€ 103.000) gerealiseerd. Het restant wordt nu in de begroting 2018 afgeboekt als niet-gerealiseerd.
  3. Bibliotheek: € 6.350. In maart 2016 heeft de raad motie 026-2016 ‘invulling toekomst bibliotheek Lek en IJssel Houten’ aangenomen. Op grond van deze motie is voor de instandhouding van de jeugdbibliotheek Schalkwijk structureel € 6.350 nodig. Als gevolg hiervan is dit gedeelte van de taakstelling niet- gerealiseerd.
  4. Verzelfstandiging beheer en onderhoud (sport)accommodaties: € 28.000. Begin 2017 is het realiseren van de resterende taakstelling van € 100.000 onderzocht. Hierbij is gebleken dat er op een aantal sport-gerelateerde posten budget (€ 72.000) kan worden vrijgemaakt zonder dat er tekorten ontstaan. Het resterende gedeelte (€ 28.000) wordt als niet-gerealiseerd beschouwd.

In de tabel hieronder volgt de stand van zaken per ombuigingsmaatregel.

Tabel: stand van zaken ombuigingsagenda 2014-2018
                             bedragen in euro’s

Ombuigingsmaatregelen

2018

Ombuiging

Gerealiseerd

Aandacht nodig

Niet
gerealiseerd

Gerealiseerd

Prognose

Perspectiefnota 2014

Minder subsidie, meer stimuleren

373.000

373.000

100%

Anders inrichten en beheren openbare ruimte

80.000

80.000

100%

Verhogen inkomsten

240.000

240.000

100%

Overige beïnvloedbare budgetten

100.000

100.000

100%

Organisatie, bedrijfsvoering en huisvesting

1.316.000

1.316.000

100%

Collegeprogramma 2014-2018

Maatschappelijk vastgoed

700.000

700.000

100%

Intergemeentelijke samenwerking (gezamenlijk aanbesteden in de openbare ruimte)

200.000

200.000

0%

0%

Intergemeentelijke samenwerking (ambtelijke samenwerking)

200.000

103.000

97.000 

52%

52%

Bibliotheek

300.000

293.650

6.350 

98%

98%

Verzelfstandiging beheer en onderhoud (sport)accommodaties

200.000

172.000

28.000 

86%

86%

Zwembad De Wetering

200.000

200.000

0%

100%

Inbreiding / herprogrammering

100.000

100.000

100%

Te verwachten besparing op uitgaven voor Wmo voorzieningen

500.000

500.000

100%

Voorzieningenniveau openbare ruimte

200.000

200.000

100%

Overige structurele effecten op basis van jaarrekening 2013

200.000

200.000

100%

Totaal

4.909.000

4.377.650

200.000

331.350

89,2%

93,3%

Hieronder wordt de voortgang van de nog te realiseren ombuigingsmaatregel ‘Zwembad De Wetering’ toegelicht.

Op 31 december 2017 loopt de huur- en exploitatieovereenkomst met Optisport, voor het zwembad en sporthal De Wetering, af. De intentie is dit contract bij de aanbesteding om te zetten in een contract met een maatschappelijke component zodat dat participatie van vrijwilligers, verenigingen en/of gebruikers wordt gestimuleerd. Daarnaast wordt nagegaan of het zwembad verduurzaamd kan worden. De eventuele opbrengsten worden betrokken bij de realisatie van de taakstelling.
De taakstelling moet worden gerealiseerd door bij de inschrijving uit te gaan van een inschrijfprijs tot maximaal het beschikbare exploitatiebudget.

De aanbestedingsprocedure is voor de zomer 2017 opgestart. De voorlopige gunning is gepland op  12 oktober 2017 en de definitieve gunning op 2 november 2017. Indien nodig wordt de raad over het resultaat van de aanbestedingsprocedure, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling op 7 november 2017, geïnformeerd.

3. Reserveringen
In de begroting 2018 zijn vanuit het oogpunt van een zorgvuldig financieel beleid twee reserveringen opgenomen. Deze worden hieronder toegelicht.

3.1 Algemene uitkering
De raad heeft bij de begroting 2016 besloten tot een reëlere raming van de algemene uitkering voor de laatste twee jaar van de meerjarenbegroting. Dit betekent dat in de meerjarenbegroting 2018-2021 de algemene uitkering voor de jaren 2020 en 2021 gelijk wordt gehouden aan het niveau van 2019. Het surplus (2020: € 247.000 en 2021: € 545.000) is gereserveerd in de begroting.

3.2 Financiering
Op basis van de geldende waarderings- en verslagleggingsregels ten aanzien van ‘rente toerekening’ is de omslagrente in de begroting 2018 berekend op 1,5% . De wereldwijde economische groei zorgt echter voor een stijging van de rente op de kapitaalmarkt. De verwachting is dat de economische groei de komende jaren aan zal houden. Hierdoor zal de rente verder gaan stijgen. Een stijgende rente heeft direct financiële gevolgen voor de begroting. Daarom is vanuit het oogpunt van zorgvuldig financieel beleid in de meerjarenbegroting 2018-2021 een reservering (2018: € 227.000, 2019: € 190.000, 2020: € 224.000 en 2021: € 249.000) opgenomen voor een stijging van de rentekosten. Voor de bepaling van deze reservering is uitgegaan van een rentestijging van 1% op basis van de geraamde financieringsbehoefte 2018-2021.
In de paragraaf Financiering wordt verder ingegaan op de renteontwikkeling.