In deze paragraaf behandelen wij de belangrijkste ontwikkelingen en uitgangspunten, tarieven en opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en rechten die we in Houten kennen. Ook de lokale belastingdruk en het kwijtscheldingsbeleid komen aan de orde.
Belangrijkste ontwikkelingen in 2017
Gemeentelijk beleid
Uitgangspunt voor de Onroerende-zaakbelasting (OZB) en de toeristenbelasting is een trendmatige aanpassing van de begrote opbrengst, dat wil zeggen een mutatie als gevolg van de algemene prijsontwikkeling conform de korte termijnraming van het CPB.
Voor 2018 leidt de trendmatige aanpassing van de begrote opbrengst tot een verhoging van 1,4%.
Voor de overige belastingen en heffingen geldt als uitgangspunt dat deze kostendekkend in de begroting worden verwerkt. Dit is conform de begrotingsrichtlijnen 2018 zoals die door de raad als onderdeel van de Perspectiefnota 2018 zijn vastgesteld.
Overzicht geraamde inkomsten per belastingsoort
Voor 2018 worden de volgende inkomsten verwacht. Ter vergelijking zijn cijfers uit voorgaande jaren opgenomen.
Omschrijving | Rekening 2016 | Begroting 2017 1) | Begroting 2018 2) | % van de totale opbrengst |
---|---|---|---|---|
Onroerende-zaakbelastingen | 11.685.086 | 11.713.233 | 11.958.012 | 61,1% |
Afvalstoffenheffing | 3.146.350 | 3.424.339 | 3.468.399 | 17,9% |
Rioolrecht | 2.585.267 | 2.295.888 | 2.347.432 | 12,0% |
Legesverordening | 1.504.939 | 1.266.913 | 1.393.056 | 6,6% |
Toeristenbelasting | 182.382 | 163.749 | 166.041 | 0,9% |
Hondenbelasting | 161.338 | 161.672 | 170.526 | 0,8% |
Lijkbezorgingsrechten | 135.134 | 133.117 | 140.610 | 0,7% |
Marktgelden | 1.700 | 3.245 | 3.298 | 0,0% |
Totale opbrengst | 19.402.196 | 19.162.156 | 19.647.374 | 100,0% |
1) Stand na 1e Bestuursrapportage 2017 | ||||
2) Raming is inclusief areaaluitbreiding, inbreiding en herprogrammering. |
De verdeling van de inkomsten uit lokale heffingen voor de gemeente Houten ziet er voor 2018 als volgt uit:
Lokale lastendruk
In onderstaande tabel wordt de verwachte lokale lastendruk in Houten in 2018 weergegeven. Het uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden. Voor de berekening van de onroerend-zaakbelasting is uitgegaan van een trendmatige aanpassing van het tarief.
Lokale lastendruk | bedragen x 1€ | |||
Omschrijving | Rekening 2015 | Rekening 2016 | Begroting | Begroting 2018 |
Afvalstoffenheffing | 198,72 | 183,60 | 196,68 | 196,92 |
Totaal gebruiker | 320,76 | 306,60 | 306,84 | 308,52 |
OZB eigenaar | 352,22 | 367,40 | 361,57 | 366,63 |
Totaal eigenaar/gebruiker | 672,98 | 674,00 | 668,41 | 675,15 |
*) Lager tarief als gevolg van het uitvoeren van motie 006-2015 naar aanleiding van het Water- en Rioleringsplan (WRP) 2016-2019 waarbij € 200.000 lastenverlichting is doorgevoerd op de rioolheffing.
Om een beeld te geven van hoe de lokale lasten zich vanaf 2015 hebben ontwikkeld zijn hieronder de tarieven afvalstoffenheffing, rioolheffing en ozb/eigenaar grafisch weergegeven.
Bij de calculatie voor de woonlasten voor meerpersoonshuishouden (mphh) die COELO hanteert, staat de gemeente Houten op de 100e plaats (€ 687). In 2016 was dit de 92e plaats. Provinciaal staat Houten op de 7e plaats (2016: 7e).
In onderstaande tabel zijn enkele vergelijkende cijfers uit de Atlas van de lokale lasten 2017 opgenomen.
Vergelijking woonlasten mphh
Omschrijving | Woonlasten hh Coelo | Procentuele vergelijking | Positie ranglijst |
---|---|---|---|
Landelijk goedkoopste gemeente (Littenseradiel) | 487 | 71% | 1 |
Gemeente Houten | 687 | 100% | 100 |
Landelijk duurste gemeente (Wassenaar) | 1211 | 176% | 398 |
Provinciaal goedkoopste gemeente (Veenendaal) | 379 | 84% | 1 |
Gemeente Houten | 687 | 100% | 7 |
Provinciaal duurste gemeente (De Bilt) | 929 | 135% | 26 |
Indicatoren
In onderstaande tabel zijn de van toepassing zijnde relevante BBV-indicatoren binnen het taakveld 'Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling en stedelijke vernieuwing (Vhrosv)' per 1 januari van het betreffende jaar opgenomen.
Omschrijving | Bron | Realisatie | Raming | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
Gemeentelijke woonlasten in euro eenpersoons-huishouden (BBV) | Coelo | 544 | 546 | 554 | 561 | X* |
Gemeentelijke woonlasten in euro meerpersoons-huishouden (BBV) | Coelo | 680 | 678 | 681 | 687 | X* |
Gemiddelde WOZ-waarde per € 1.000 (BBV) | CBS | 261 | 251 | 254 | X* | X* |
*Gegevens CBS voor 2017 en 2018 nog niet beschikbaar en voor Ceolo 2018.
Kostenonderbouwing gemeentelijke heffingen
Voor de rioolheffing en de afvalheffing volgen hieronder de verplichte kostenonderbouwing:
Berekening van kostendekkendheid riolen | 2018 |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | -1.948.647 |
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | -1.948.647 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 245.084 |
BTW | -153.701 |
Totale kosten | -2.347.432 |
Opbrengst heffingen | 2.347.432 |
Dekking | 100% |
Berekening van kostendekkendheid afval | 2018 |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | -3.748.928 |
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen | 1.114.274 |
Netto kosten taakveld | -2.634.654 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | -367.305 |
BTW | -466.440 |
Totale kosten | -3.468.399 |
Opbrengst heffingen | 3.468.399 |
Dekking | 100% |
Kwijtscheldingsbeleid
Bij kwijtschelding van belasting wordt de 100% norm van de relevante bijstandsnorm gehanteerd. Voor de overige regels wordt rijksbeleid gevolgd. Op grond van de belastingverordeningen kan alleen kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond), rioolheffing en in zeer uitzonderlijke gevallen de onroerende-zaakbelasting. Voor de overige belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend.
In onderstaande tabel zijn de totaalbedragen van de verleende en verwachte kwijtschelding opgenomen:
Bedragen x € 1 | ||||
Heffingsjaar | Rekening 2015 | Rekening 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 |
Kwijtgescholden bedrag | 167.587 | 141.145 | 138.743 | 141.070 |
De beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken is met de uitplaatsing van Belastingen met ingang van 1 januari 2015 overgegaan naar de BghU.